Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij zag om, en ziet, aan zijn hoofdeinde was een [13]koek op de kolen gebakken, en een fles met water; alzo at hij, en dronk, [14]en legde zich wederom neder. 13. Hebreeuws, een koek der kolen; dat is, een koek op de kolen gebakken, of gebraden. Zie Gen.18:6. 14. Hebreeuws, en hij keerde wederom, en legde zich neder; dat is, hij legde zich wederom neder. Zie Num.11:4.